De financiering van de podiumkunsten is in heel Europa een strijd. Zo blijkt uit dit boek.

PODIUMKUNSTEN | Een van de grote uitdagingen in de podiumkunsten is financiering. Niet alleen in Nederland, maar in heel Europa. Dat blijkt uit het nieuwe boek Independent Performing Arts in Europe van de Duitse onderzoeker Thomas Fabian Eder. Hij beschrijft tegen welke problemen podiumkunstenaars in verschillende landen aanlopen en wat hun toekomstperspectieven zijn. Daar blijken veel overeenkomsten in te zijn.

Podiumkunsten in Europa

Onderzoeker Thomas Fabian Eder deed onderzoek naar de onafhankelijke podiumkunsten in verschillende Europese landen. Die blijken veel met elkaar gemeen te hebben als het gaat om organisatie, financiering en de sociale status van de podiumkunstenaar. Eder bracht zijn bevindingen bij elkaar in het nieuwe boek Independent Performing Arts in Europe: Establishment and Survival of an Emerging Field.

Eder beschrijft de onafhankelijke podiumkunsten als een opkomende sector die ondanks tegenslagen en uitdagingen weet te overleven. Hoewel Nederland en België niet specifiek zijn onderzocht, valt er veel te leren van onze Europese buren. Want in zijn onderzoek komt Eder voor ons herkenbare problemen tegen op het gebied van financiering en organisatie. Hij beschrijft welke patronen en verwachtingen er heersen in de sector, en hoe die ervoor zorgen dat kunstenaars in de meeste landen maar moeilijk rondkomen. En hoe de ‘onafhankelijke’ podiumkunsten zelden écht onafhankelijk zijn.

Financiering

Een van de grote uitdagingen in de podiumkunsten is financiering. Eder beschrijft dat maar weinig organisaties in de podiumkunsten financieel zelfvoorzienend zijn. Ze hebben bijna allemaal externe fondsen nodig en zijn daardoor financieel niet volledig onafhankelijk. Zelfs als ze dat willen, of als ze artistiek-inhoudelijk onafhankelijk lijken.

In het boek kun je meer leren over de verschillende inkomstenbronnen van de podiumkunsten in verschillende landen. En over obstakels zoals de toegankelijkheid en vindbaarheid van die bronnen. Maar ook over sociale problemen in de sector, zoals de wisselvallige arbeidsomstandigheden, gebrek aan goede faciliteiten en aan sociale erkenning in de maatschappij. En het gebrek aan sociale zekerheid en beperkte mogelijkheden tot training en bijscholing. Ook besteedt Eder twee hoofdstukken aan de gevolgen van de coronacrisis op de podiumkunsten.

europese fondsen

Eder deed zijn onderzoek in performing arts communities in Oostenrijk, Bulgarije, Tsjechië, Finland, Duitsland, Hongarije, Ijsland, Italië, Slovenië, Zweden en Zwitserland. Niet in België en Nederland dus, maar door het grote aantal casussen uit landen met verschillende sociale en politieke omstandigheden kun je toch veel informatie halen uit het boek.

Bovendien komt een deel van het Europese cultuurbeleid met elkaar overeen. En is een deel van de grotere fondsen waar je als podiumkunstenaar beroep op kunt doen afhankelijk van Europese doelstellingen. Bijvoorbeeld van Creative Europe, dat zich inzet om Europese samenwerkingen en uitwisselingen op te zetten. Het kan dus als Nederlandse of Vlaamse podiumkunstenaar geen kwaad je eens te verdiepen in Europees cultuurbeleid en internationale mogelijkheden.

Een goede bron van informatie over Europese fondsen, residenties en open calls is On the Move. Zij verzamelen open calls, residenties en andere internationale kansen voor (podium)kunstenaars. En ze hebben openbare funding guides waarin ze per land de belangrijkste fondsen verzamelen. Dat geldt voor Europese landen, maar ook partnerlanden in Afrika, Amerika en Azië.

Thomas Fabian eder

Thomas Fabian Eder doet zijn onderzoek in het kader van zijn PhD aan de Ludwig Maximilian Universiteit in München. Maar hij heeft ook zelf ervaring in het veld, als productiemanager en organisator van verschillende projecten, residenties, professionele ontwikkelingsprogramma’s en show case formats.

Het boek is gebaseerd op een mix van kwantitatief en kwalitatief onderzoek. Door kwantitatieve (grootschalige) methodes krijgt hij een breed overzicht van de overeenkomsten en verschillen tussen landen en de meeste voorkomende problemen. En door kwalitatieve (kleinschalige diepte-onderzoek) methodes zoomt hij verder in en ontdekt meer gedetailleerde informatie over de dagelijkse praktijk van kunstenaars.

Bronnen