Fair pay voor freelance dansers zou moeten beginnen bij 44,28 euro per uur
OPINIE | Wat is een eerlijk uurtarief voor freelance dansers? Daarover bestaat in het werkveld veel onduidelijkheid. De Kunstenbond rekende dit daarom voor dansers uit, op basis van de cao Toneel en Dans. Volgens hun spiekbriefje is het minimale uurtarief voor zelfstandige dansers 24,77 euro. Maar onze hoofdredacteur vindt dit geen eerlijke vergoeding! En dat is het eigenlijk ook niet volgens de cao. Lees in dit artikel waarom het uurtarief voor freelance dansers minimaal 44,28 euro zou moeten zijn.
Dit ga je in dit artikel lezen
Dit artikel is lang, maar de moeite waard om helemaal te lezen! Dit ga je ontdekken:
waarom jouw opdrachtgever jou eerlijk moet betalen
wat er in de cao Toneel en Dans staat over het vergoeden van zzp’ers
hoe je op basis van deze cao jouw minimum uurtarief berekent
waarom dit minimumtarief volgens ons nog geen eerlijke vergoeding is
dat je uurtarief voor korte klussen hoger moet zijn dan voor langlopende klussen
hoeveel meer je hoort te verdienen bij een dag- of weekcontract
onze alternatieve rekensom, die wel leidt tot een inkomen waarmee je alle rekeningen kunt betalen
een handige tabel met (onze) eerlijke uurtarieven voor freelance dansers, docenten, choreografen, etc.
waarom je per 1 januari 2024 je tarief met minimaal 5% moet verhogen
Fair Pay
Wat krijg jij betaald als danser? Kun je daarmee rondkomen? En ben je daar tevreden mee?
Fair pay is al een paar jaar hot topic. Helemaal nu culturele instellingen die geld ontvangen van de overheid hun medewerkers eerlijk moeten gaan betalen, én dat moeten kunnen aantonen. Want dat heeft Gunay Uslu (staatssecretaris voor cultuur) in juni besloten. Dat houdt in dat deze organisaties afspraken moeten maken over eerlijke tarieven, óók voor zzp’ers. Bijvoorbeeld door zich aan een collectieve arbeidsovereenkomst (cao) te houden, of zelf betalingsrichtlijnen voor zzp’ers op te stellen (Jorritsma, 2023). Dat was al ‘verplicht’ volgens de Fair Practice Code, maar als organisaties die niet toepassen had dat geen gevolgen. Vanaf 2025 dus wel!
Dus dansgezelschappen die subsidie willen krijgen van de overheid, of van een van de rijkscultuurfondsen, zijn voortaan verplicht zich aan de cao Toneel en Dans te houden. Zij moeten zowel werknemers als zzp’ers eerlijk vergoeden. Daarom is het voor jou als (freelance) danser ontzettend belangrijk dat je weet wat er in deze cao staat en wat een eerlijke vergoeding is. Zodat jij weet waar jij recht op hebt als je met een nieuwe opdrachtgever in een onderhandelingsgesprek zit over jouw vergoeding. En ook als jouw opdrachtgever geen subsidie krijgt van de overheid, moet jij natuurlijk gewoon eerlijk betaald krijgen. De cao is een richtlijn voor fair pay, ook voor organisaties die niet worden gecontroleerd op het navolgen ervan!
Je moet als professionele danser dus het antwoord weten op de volgende vragen:
Wat voor soort opdracht is het?
Hoe bereken ik mijn bodemprijs (op basis van de cao)?
Wat mag ik als zzp’er extra vragen (in vergelijking met iemand in loondienst)?
Hoe bereken ik mijn freelance dagprijs of uurtarief?
Hoe ga ik onderhandelen? Welke onderhandelingsruimte is er?
Maar het berekenen van een freelance uurtarief is nog niet zo makkelijk...
Rekentools
Er zijn verschillende rekentools in omloop die tot verschillende uurtarieven leiden. Die rekentools baseren zich op de verschillende cao’s in de cultuursector. Richtinggevende cao’s voor dansers zijn de cao Toneel en Dans, de cao Nationale Opera en Ballet en de cao Kunsteducatie. Deze cao’s vormen een belangrijke referentie om je minimale uurtarief te bepalen. Soms doe je gewoon precies hetzelfde werk: vraag je dan af of het wel passend is om de opdracht als freelancer te doen. Want als freelancer werken is fundamenteel anders dan werken in loondienst. De fiscaal-juridische verschillen zijn groot.
Besluit je toch een opdracht als zzp’er aan te nemen, dan zijn die rekentools een handig hulpmiddel om je tarief te bepalen. Zoals deze van Platform ACCT, die wél (een beetje) rekening houdt met de unieke werkomstandigheden van dansers. Zoals de vele niet-declarabele uren en aangepaste tarieven voor korte of kleine contracten. En deze van de Kunstenbond die daar géén rekening mee houdt - en die ik daarom in dit artikel bekritiseer. Verder kwam ik zelf tot weer een andere rekensom die tot veel hogere tarieven leidt - en die naar mijn mening veel ‘eerlijker’ is. Daarom licht ik mijn rekensom ik in dit artikel uitgebreid toe.
Dus over het minimumloon voor dansers in loondienst zijn heldere afspraken, maar niet over wat een eerlijke vergoeding is voor freelance dansers. Dat komt omdat de genoemde rekentools weinig tot geen rekening houden met hoe de beroepspraktijk van professionele dansers in elkaar zit. Bijvoorbeeld dat dansers niet elke week veertig uur kunnen factureren, en niet het hele jaar door kunnen dansen. Daarom leiden de uurtarieven uit die rekentools vaak niet tot een maandinkomen waar je als danser al je rekeningen van kunt betalen (laat staan een huis kopen). Tenzij je altijd werk hebt en ongezond hard werkt.
Spiekbriefje voor dansers
De cao Toneel en Dans is trouwens al algemeen verbindend verklaard door het ministerie van sociale zaken en werkgelegenheid (SZW). Dat wil zeggen dat alle professionele producenten van toneel- of dansuitvoeringen zich aan deze afspraken moeten houden - óók als ze geen overheidssubsidie ontvangen (Kunstenbond). Dus als je in loondienst voor een organisatie in de danssector werkte had je altijd al met deze cao’s te maken. Maar doordat er nu vanuit de overheid steeds meer druk komt dat ook zzp’ers eerlijk vergoed worden, moeten ook freelance dansers weten wat er in de cao Toneel en Dans staat.
Alleen staan er in deze cao met name afspraken voor medewerkers in loondienst - niet voor zzp’ers! Het enige dat er wel in staat is dat zzp’ers een opslag van minimaal 50% horen te krijgen bovenop het loondiensttarief (daarover zo meer). Dus doordat de cao zich focust op mensen met een vast contract, is er veel onduidelijkheid over wat nu precies een eerlijke vergoeding is voor freelancers. Zo staat er in de cao niet zwart-op-wit wat eerlijke uurtarieven zijn. Die moest je tot voor kort zelf uitrekenen op basis van alle regels in de cao. En dat is best een pittig document om te lezen, laat staan begrijpen. Plus: wie heeft daar nou tijd voor? Of zin in?
Daarom heeft de vakgroep Theater en Dans van de Kunstenbond in juni een eenvoudige rekentool gepubliceerd. Hiermee kun je uitrekenen wat in jouw situatie een eerlijke vergoeding is, op basis van de cao Toneel en Dans 2022-2023 en het aantal jaren werkervaring als danser. Deze rekensom hebben ze leuk en overzichtelijk gepresenteerd in een infographic. En om het je nog makkelijker te maken, hebben ze zelfs een ‘spiekbriefje’ opgesteld waarin ze voorgerekend hebben wat een eerlijke dagprijs en uurtarief is voor freelance dansers. Zodat jij je in een oogopslag kunt zien wat je minimaal mag factureren.
Ik vind dit een geweldig initiatief. Laat ik dat voorop stellen! Er is alleen een probleem… Deze rekentool leidt niet tot een eerlijke vergoeding, maar tot een bodembedrag. Om je duidelijk te maken wat er mis is met hun berekening, zal ik je eerst uitleggen hoe deze rekensom van de Kunstenbond in elkaar zit. Daarna leg ik uit waarom je ook nog rekening moet houden met je niet-declarabele uren. En tot slot presenteer ik een alternatieve rekensom die volgens mij wel tot fair pay leidt.
50% extra voor zzp’ers
Zoals je in de infographic kan lezen, hoor je als zzp’er tenminste een toeslag van 50% te krijgen. Je moet dus volgens de cao minimaal anderhalf keer het bedrag betaald krijgen dat een danser met hetzelfde aantal jaren werkervaring in loondienst krijgt. Dit is een van de belangrijkste dingen die je als zzp’er in de danssector moet weten om jouw tarieven te bepalen.
Deze 50% bovenop het salaris van een vergelijkbare functie komt ongeveer op hetzelfde neer als de extra kosten die een werkgever heeft aan sociale verzekeringen en secundaire arbeidsvoorwaarden voor diens werknemers. Secundaire arbeidsvoorwaarden zijn alle benefits die werknemers krijgen bovenop hun salaris. Zoals vakantiegeld, pensioenregeling, bijscholing, maaltijdvergoedingen, reiskostenvergoedingen, etc. Kosten die je als zzp’er vaak zelf draagt. Maar met deze verplichte opslag van 50% extra geld kun jij als zzp’er wel een arbeidsongeschiktheidsverzekering betalen, voor je pensioen sparen en investeren in bijscholing. Of, althans, dat is het idee.
Verzekeringen tegen werkloosheid en arbeidsongeschiktheid zijn voor zzp’ers namelijk veel duurder dan die voor werkgevers, zo geeft de Kunstenbond zelf aan. De 50% toeslag dekt deze extra financiële verplichtingen voor een zzp’er dus niet helemaal. En volgens sommigen mag die opslag nog wel wat hoger, omdat een werknemer voor een werkgever meer kost dan 1,5x diens salaris (Nieuwburg, 2023). Dus waarom dan geen opslag van bijvoorbeeld 60% verplichten? Ook de Kunstenbond ziet deze toeslag als een eerste stap in de goede richting, maar niet als het laatste woord. In de vorige cao uit 2020 was de verplichte toeslag overigens nog 40%. Dus er is wel al vooruitgang!
Ok. Tot daar is het helder. Toch? Maar dan moet je nog je uurtarief berekenen…
En dat bleek minder makkelijk, want in de cao staan alleen bedragen per maand. Daarom publiceerde de Kunstenbond die infographic en het spiekbriefje om duidelijk te maken hoe je als freelance danser jouw uurtarief kan berekenen. In deze rekentool gaan ze uit van 1720 werkuren per jaar, en dus van een gemiddelde van 143 werkuren per maand (1720 : 12 = 143,33). Om het uurtarief te berekenen delen ze het desbetreffende maandloon door die 143 uren. En vervolgens tellen ze daar de 50% zzp-toeslag bij op. En tadaa, je hebt een eerlijk uurtarief voor freelance dansers.
Simpel. Of toch niet???
Maar… is dit wel fair pay?
Met deze rekensom van de Kunstenbond ben je er nog niet. De sociale lasten zijn voor een deel gedekt, maar de bedrijfskosten niet. Die horen ook in je freelance-tarief te zitten! Het grootste verschil komt door de uren. De cao gaat uit van werknemers in vaste dienst die continu werk hebben en altijd doorbetaald worden, ook in de uren dat ze niet dansen. De uren die je niet kan werken omdat je bezig bent met je bedrijf (administratie, acquisitie, training), ziek bent of op vakantie, of wel wil werken maar geen project hebt, krijg je als freelancer niet doorbetaald.
De rekensom in de infographic vind ik daarom wel heel kort door de bocht… En níét in lijn met de cao waarop ze zeggen hun berekening en tarieven te baseren.
Hierin gaat de Kunstenbond namelijk uit van 33 werkuren per week iedere week van het jaar (143 werkuren per maand : 4,33 week per maand = 33,03 werkuren per week). Maar je wilt natuurlijk ook nog met vakantie! Volgens de cao heb je per jaar recht op:
104 vrije weekenddagen (oftewel, alle weekenden vrij) of compensatie daarvan;
27 vakantiedagen per jaar, waarvan één vakantie van minimaal drie aaneengesloten weken;
12 atv-dagen (dat zijn roostervrije dagen, ATV staat voor arbeidstijdverkorting);
maximaal 9 nationale feestdagen.
Tel je al die dagen bij elkaar op, dan kom je op ongeveer 9 weken vakantie per jaar (27 + 12 + 9 = 48 vrije dagen : 5 werkdagen = 9,6 vrije weken). Dan hou je in het jaar van de 52 nog 43 weken over om je jaarinkomen te verdienen. En dat lukt alleen als je al die weken 40 uur werkt (1720 werkuren per jaar : 43 werkweken = 40 uur per week). Klinkt haalbaar, maar ‘werken’ houdt hier in dat al die uren declarabel moeten zijn. Oftewel, uurtje factuurtje.
Dus dáár schuurt de rekensom van de Kunstenbond! Want dit is misschien een realistische situatie voor mensen in loondienst (1fte = 40 uur per week), maar níét voor freelance dansers… Laat staan dat het een gezonde situatie is.
Niet alle uren zijn declarabel!
De meeste dansers zijn freelancers. Je werkleven als professionele danser bestaat dan niet uit fulltime werken voor één vaste werkgever, maar uit vele losse klussen voor allerlei verschillende opdrachtgevers. Voor een uurtje, een dag, een week, een maand - en alles daartussenin en naast elkaar. Dat betekent dat er ook uren/dagen/weken zijn dat je geen (declarabel) werk hebt en dat je niks verdient. En dus dat het héél moeilijk is om constant 40 uur per week te kunnen factureren.
Nog erger: je zult geld opzij moeten zetten voor de periodes dat je minder klussen hebt - of ziek bent - door de rest van het jaar harder (meer dan 40 uur per week) te werken. Of je moet minder vakantie nemen. Je bijscholing mag je als zzp’er overigens vaak ook niet onder werktijd doen, in tegenstelling tot iemand die in loondienst is en dat wel mag. Daarnaast moet je als zzp’er een ondernemer je eigen administratie bijhouden. En ben je misschien wel veel tijd kwijt met het aanvragen van subsidies. Tot slot ben je als zzp’er waarschijnlijk gemiddeld veel uren onderweg om van klus naar klus te reizen.
Dus bovenop die 40 uur per week dat je uurtje factuurtje zou moeten werken om rond te kunnen komen, ben je nog heel wat meer uren met je onderneming bezig. Zo kom je al snel aan werkweken van 48 tot 52 uur. Want van zzp’ers wordt geschat dat 20-30 procent van hun totaal aantal uren niet-declarabele uren zijn (1,3 x 40 = 52) (ZZP Service Desk; Knab). En dan zou je als danser eigenlijk ook nog de tijd en energie moeten vinden om te crosstrainen in de sportschool… Of moeten uitrusten om overbelastingsblessures te voorkomen. Want danser zijn is het zwaarste beroep ter wereld!
Raak je al in paniek? Ik wel!
Het probleem met de rekensom van de Kunstenbond is dus dat ze daarin geen rekening houden met die 20-30% niet-declarabele uren, die eigenlijk wel door het freelance uurtarief gedekt zouden moeten worden. In de rekentool van Platform ACCT (dat zich bezighoudt met arbeidsvoorwaarden in de culturele sector) wordt hier wel rekening mee gehouden! Al houden zij een percentage van slechts 17% niet-declarabele uren aan, en het is niet duidelijk waarom dat zo laag is. Verder hanteren ze ook het ‘flexicurity’ principe. Dat houdt in dat het uurtarief bij korte klussen hoger is dan voor langlopende klussen. Omdat je door die korte klussen minder beschikbaar bent voor andere klussen, en er meer gaten in je werkweek vallen.
Deze rekentool is dus al beter, maar nog niet ideaal. Platform ACCT zegt ook zelf over hun rekentool dat deze bewust eenvoudig is gehouden, om alle bestaande cao-salarissen in de cultuursector te kunnen omrekenen naar minimum zzp-tarieven. Maar “Door deze keuze ontbeert de tool bewust de sector- en beroepsspecifieke benadering en afstelling die uiteindelijk nodig is om in elk individueel geval te komen tot een echt passend redelijk tarief voor de zzp’ers met wie de organisatie een contract afsluit.” Deze rekentool biedt dus een richtlijn, maar geen definitief antwoord over wat wel of niet fair pay is.
Bovendien is de cao Toneel en Dans er voor alle beroepen binnen de sector. Van danser tot choreograaf, en van marketing tot zakelijk leider. Maar al die verschillende beroepen hebben natuurlijk niet dezelfde soort werkweken. Daarom presenteer ik graag mijn rekensom…
Een alternatieve rekensom
Twee jaar geleden wilde ik, als hoofdredacteur van Dansdocent.nu, weten wat een eerlijk uurtarief is voor dansdocenten. Omdat het spiekbriefje van de Kunstenbond er toen nog niet was, heb ik zelf de cao Toneel en Dans 2020-2021 helemaal doorgespit (later ontdekte ik dat de cao Kunsteducatie voor dansdocenten meer voor de hand ligt, maar de salarissen zijn vergelijkbaar). Ik heb toen alle honderd pagina’s van die cao uitgeprint en van begin tot eind doorgelezen, gewapend met een markeerstift in de hand, op zoek naar alle stukken tekst die aangeven hoe je op basis van de cao een eerlijk uurtarief berekent voor zzp’ers. Zodoende ben ik tot een andere rekensom gekomen, die hogere minimum uurtarieven voorstelt.
In de cao Toneel en Dans 2020-2021 staat namelijk een bepaling die in de nieuwe cao verdwenen lijkt (met nadruk op ‘lijkt’, hierover later meer). Het gaat om artikel 14.5 op pagina 16 over hoe je een dagprijs berekent. Die luidt als volgt:
Salaris bij een dagcontract
Als grondslag geldt dat het salaris bij een dagcontract:
• 1/20 van het van toepassing zijnde maandsalaris bedraagt, als het gaat om een werkdag bestaande uit een repetitie van een dagdeel;
• 1/10 van het van toepassing zijnde maandsalaris bedraagt, als het gaat om een werkdag bestaande uit een repetitie van meerdere dagdelen en/of een voorstelling.
Mijn rekensom voor een eerlijk uurtarief voor freelance dansers (op basis van de cao 2020-2021) was daarom als volgt:
Berekening zzp maandtarief: maandloon + 50%
Berekening dagprijs: zzp maandtarief gedeeld door 10
Berekening uurprijs: dagprijs gedeeld door 8
Misschien zie je nu de tweede reden waarom de rekensom in de rekentool van de Kunstenbond niet eerlijk is. Zij berekenen de dagprijs voor zzp’ers op basis van het door hen berekende uurtarief, door deze simpelweg met 8 (uur) te vermenigvuldigen. Aldoende gaan ze voorbij aan de bepaling dat dansers voor korte klussen gecompenseerd dienen te worden door per uur meer te betalen.
Dus door hun elegante maar te-kort-door-de-bocht rekensom komt de Kunstenbond op een lagere dagprijs en een lager uurtarief uit dan ik (en Platform ACCT). Terwijl mijn rekensom óók op basis van de cao Toneel en Dans is en wél leidt tot fair pay en een gezonde werkcultuur.
Dag-, week- en maandcontracten
De ‘verdwenen’ passage over hoe je een dagprijs berekent komt in de nieuwe cao Toneel en Dans 2022-2023 terug op pagina 7, in de beschrijving van de definitie van een dagcontract. Verder staat in bijlage 3 op pagina 85-86 uitgebreider beschreven hoe de tarieven voor een week- of maandcontract berekend dienen te worden. Zie de afbeelding hieronder.
Deze uitleg is nieuw en stond niet in de cao uit 2020-2021. Wat slecht nieuws lijkt is dus eigenlijk goed nieuws: in de huidige cao staan nog duidelijkere richtlijnen over hoe dansers die deeltijd voor een werkgever werken toch een contract kunnen krijgen en in loondienst kunnen komen - mét een hogere vergoeding! In 2022 was deze richtlijn nog een advies, maar sinds 1 januari 2023 is dit advies bindend.
Wat wordt hier nu precies in gezegd? Het tarief dient verhoogd - of zelfs verdubbeld - te worden wanneer een danser niet voltijd wordt ingehuurd, maar voor een paar losse dagdelen of dagen, gedurende een paar weken of een maand. Om de danser te compenseren voor het feit dat die beschikbaar is voor die ene klus en daardoor in de resterende dag/week/maand waarschijnlijk geen ander werk meer zal kunnen aannemen.
Dagcontracten: Als je één dagdeel werkt, mag je een hele dag (twee dagdelen) in rekening brengen. En wanneer je één losse dag werkt, mag je twee dagen in rekening brengen. Dus als je één dag of minder wordt ingehuurd, verdubbelt je tarief.
Weekcontracten: Werk je gedurende één of twee weken meerdere dagen per week voor een opdrachtgever, dan krijg je een weekcontract en mag je 0,2 fte (één dag) extra in rekening brengen. Dus als je twee dagen per week werkt, mag je drie dagen in rekening brengen. Wanneer je drie dagen per week werkt, mag je vier dagen in rekening brengen. En wanneer je vier dagen per week werkt, mag je vijf dagen in rekening brengen.
Maandcontracten: Wanneer je aan een project meewerkt dat drie tot vier weken duurt, maar je wordt niet voltijd ingehuurd, dan krijg je een maandcontract en mag je 0,2 tot 0,3 fte extra in rekening brengen. Dus als je in de loop van 3-4 weken 6 tot 9 dagen werkt, breng je 0,2 fte extra in rekening (dat staat gelijk aan 1 dag per week). En als je in de loop van 3-4 weken 10 tot 14 dagen werkt, breng je 0,3 fte extra in rekening (dat staat gelijk aan 1,5 dag per week). En wanneer je meer dan 15 dagen (drie werkweken) in één maand voor een opdrachtgever werkt, krijg je voor een hele maand betaald (1fte).
Deze richtlijn voor zeer korte contracten geldt voor dansers in loondienst, met een dag-/week-/maandcontract. Voor freelance dansers zou bovenop die verhoging/verdubbeling van het tarief dus nog eens die 50% zzp-toeslag moeten komen.
Dit vinden wij wel fair pay…
In deze tabel vind je de verschillende uurtarieven per functie en per ervaringsjaar, op basis van onze rekensom. Door de (bijna) verdubbeling van het uurtarief kan het minimale aantal declarabele uren per week gehalveerd worden. Als je deze tarieven hanteert hoef je dus als danser nog maar (circa) 20 uur per week te factureren om nog steeds rond te kunnen komen. En dat is een veel realistischere en gezondere situatie.
Ik neem hier even het voorbeeld van een jonge dansmaker. Misschien heb je het geluk dat je twee weken in residentie mag bij een productiehuis, om in hun studio aan een nieuw stuk te werken. Soms tref je het helemaal en krijg je niet alleen studioruimte, maar ook zakgeld. Op basis van het spiekbriefje zou dat minimaal € 216,25 per dag moeten zijn voor een danser met twee jaar werkervaring. Maar wat heb je moeten doen om die residentie te scoren? Al die uren plannen schrijven, aanvragen indienen, netwerken. En dan de voorbereiding op de residentie voordat je de studio überhaupt in gaat: dansers zoeken, muzikanten of technici misschien, je research doen en het volgen van danslessen om zelf fit te blijven... En dat kan zomaar ook weleens twee weken aan werk zijn, maar dat zijn allemaal uren die je niet kunt factureren.
Je verdient dan met die residentie in twee weken € 2.162,50. Na aftrek van reserves blijft daar € 1.441,66 van over. Maar daar moet je dus een maand van rondkomen. Shit. Terwijl, als je mijn rekensom volgt, zou je van het productiehuis (en/of een ander aanvullend fonds) voor die twee weken € 3.865,50 aan financiële vergoeding moeten krijgen. Daar blijft na aftrek van reserves € 2.577,00 van over om je rekeningen mee te betalen. Dat zou veel fijner zijn!
Dus zo kun je goed zien dat het zzp-tarief dat de Kunstenbond voorrekent in hun infographic en spiekbriefje eigenlijk géén eerlijke vergoeding is, maar echt alleen een bodembedrag.
Nog een voorbeeld: een dansdocent met twee jaar werkervaring die iedere week 20 danslessen van een uur geeft. Daarbij ga ik ervan uit dat die docent per uur lesgeven ook 30-60 minuten voorbereiding heeft. Een dansdocent die 20 uur lesgeeft heeft daar dus 30 tot 40 uur werk aan. Reistijd niet meegerekend! Noch uren voor sporten, bijscholing en administratie. Deze dansdocent heeft het dus al erg druk en nog meer declarabele uren per week maken is eigenlijk niet mogelijk.
Maar met het door mij berekende uurtarief van € 52,40 verdient deze dansdocent € 4.537,84 per maand. Wow. Dat zou gaaf zijn! Terwijl deze dansdocent op basis van de rekensom van de Kunstenbond slechts € 2.538,95 per maand zou verdienen. Dat klinkt misschien nog steeds als een aardig bedrag, maar niet als je bedenkt dat na het opzij zetten van reserves voor pensioen, arbeidsongeschiktheid en bijscholing daar maar € 1.692,63 per maand van overblijft. Daar valt tegenwoordig niet meer van te leven! Zelf zou ik daar nog maar net de (kale) huur van mijn appartement van kunnen betalen.
UPDATE | In november 2023 heeft Platform ACCT een Handreiking Tarieventool gepubliceerd voor professionals in de sector cultuureducatie en amateurkunst. Volgens deze nieuwe rekentool zouden dansdocenten tussen de € 37 en € 52 euro per uur moeten ontvangen, wanneer hun voorbereidingstijd apart wordt uitbetaald. En tussen de € 57 en € 79 per uur, wanneer voorbereidingstijd niet apart wordt uitbetaald. Die tarieven zijn dus nog hoger dan wat ik in dit artikel voorstel!
Inflatiecorrectie
Dit citaat vind ik zo interessant… Dat de Kunstenbond zelf al aangeeft dat de minimumlonen in de cao eigenlijk geen eerlijke vergoeding zijn. Dat wil zeggen: inkomen waarvan je daadwerkelijk je rekeningen kunt betalen. Daarom vechten de dansers van Het Nationale Ballet ook de tarieven in de cao aan en eisen ze loonsverhoging. Want de inflatie en de huizenprijzen in Amsterdam zijn de afgelopen jaren enorm gestegen, maar de lonen van de dansers niet voldoende. Daardoor kunnen deze dansers maar nauwelijks rondkomen.
Let that sink in… We hebben we hier nota bene over de dansers van het grootste, meest prestigieuze en best gesubsidieerde dansgezelschap van Nederland. Als die dansers (in fulltime loondienst) al niet kunnen rondkomen van een loon dat zou moeten gelden als fair pay… Dat is toch SCHANDALIG?!
Hoe kan dit? In de cao worden de lonen ieder jaar met 2,5% verhoogd. Dat is de jaarlijkse inflatiecorrectie, ervan uitgaande dat de jaarlijkse inflatie daadwerkelijk rond de 2,5% ligt. En in 2021 was dat ook nog zo, namelijk 2,7%. Maar in 2022 was de inflatie 10% terwijl de lonen in Nederland met slechts 3,2% stegen (CBS). En nu, in 2023, schommelt de inflatie tussen de 4,4% en 8% (CBS). Bovendien is het leven in grote steden duurder dan in kleine gemeenten. Bijvoorbeeld: in Amsterdam is het heel normaal om 4 of 5 euro voor een cappuccino te betalen, in plaats van 3,25 euro - het landelijke gemiddelde (Uffelen & Frijters, 2023).
Dus het is geen wonder dat de dansers van Het Nationale Ballet moeite hebben rondkomen.
Wat kunnen we verwachten in 2024?
Gelukkig staat in het Principe akkoord Cao Toneel en Dans 2024 dat op 17 juli 2023 gepubliceerd is dat er per 1 januari 2024 een (bruto) loonsverhoging van 5% gaat worden. Dit ter compensatie van de inflatie in 2022, 2023 en 2024. Verder zullen alle salarissen verhoogd worden met een bedrag van € 150,00. Dit omdat het wettelijk minimumloon sinds 1 juli € 1.995,00 is en de laagste salarissen in schaal 1 daar nu onder vallen. Met dat nieuwe minimumloon als uitgangspunt worden alle salarissen straks hoger.
In totaal komt dat neer op zo’n 10% loonsverhoging in 2024. Deze inflatiecorrectie en looncorrectie mag jij als zzp’er straks dus ook toepassen!
Verder is de rekensom (die ik zo heftig bekritiseerd heb in dit artikel) ook in dit principeakkoord opgenomen. Dat betekent dat je die kan blijven gebruiken om het minimum uurtarief voor podiumkunstenaars te berekenen. Een opdrachtgever mag jou als freelance danser in 2024 dus nooit minder dan € 27,66 per uur betalen (2637,60 x 1,5 : 143). Elk tarief onder dit bedrag is - dankzij Gunay Uslu - straks in strijd met de wet! Als dit toch gebeurt, kun je aankloppen bij de Kunstenbond voor juridisch advies.
Maar als je de huur wilt kunnen blijven betalen en niet van de honger wilt omkomen, raad ik je toch echt aan om onze rekensom te gebruiken! Of op zijn minst de rekentool van Platform ACCT.
Al blijft de eeuwige strijd echter wel of je met hoge tarieven nog wel wordt geboekt. Of dat producties dan nog wel te financieren zijn. Maar dat is voer voor een ander artikel, en voer voor discussie over toekomstig beleid. Mij gaat het er hier om dat er eerst een landelijke consensus moet komen over wat nu wel of niet fair pay is voor freelance dansers. Pas als we het daarover eens zijn, kunnen we het gaan hebben over hoe we die fair pay ook daadwerkelijk haalbaar kunnen maken. Hoe dan ook: de tarieven op het ‘spiekbriefje voor dansers’ zijn in ieder geval te laag gegrepen.
Wil je meepraten over dit onderwerp? Plaats dan een opmerking onderaan dit artikel!
Bronnen
Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten. (z.d.). Gesubsidieerde dansgezelschappen. Geraadpleegd op 1 september 2023.
CBS. (z.d.). Consumentenprijzen. Geraadpleegd op 22 augustus 2023.
CBS. (2023, 10 januari). Inflatie 10 procent in 2022. Geraadpleegd op 22 augustus 2023.
De Kuijper, J. (2020, 21 februari). Dansen fysiek zwaarder dan topsport. Dansdocent.nu. Geraadpleegd op 22 augustus 2023.
Geelen, I. (2023, 24 juni). Dansers van Het Nationale Ballet eisen loonsverhoging. Dansers.nu. Geraadpleegd op 22 augustus 2023.
Geelen, I. (2023, 23 juni). Fair pay wordt verplicht voor rijksgesubsidieerde instellingen. Dansers.nu. Geraadpleegd op 22 augustus 2023.
Jorritsma, E. (2023, 8 juni). Fair Pay verplicht voor rijksgesubsidieerde culturele instellingen. NRC. Geraadpleegd op 22 augustus 2023.
Knab. (2022, 25 mei). Jouw urenregistratie als zzp’er: zo hou je ‘m bij. Knab Bieb. Geraadpleegd op 1 september 2023.
Kunstenbond. (2023). Bereken je minimumtarief als zzp’er toneel en dans. Geraadpleegd op 1 juli 2023.
Kunstenbond & Nederlandse Associatie voor de Podiumkunsten. (z.d.). cao Toneel en Dans 1 januari 2020 – 31 december 2021 [PDF]. Geraadpleegd op 6 januari 2022.
Kunstenbond & Nederlandse Associatie voor de Podiumkunsten. (z.d.). cao Toneel en Dans 1 januari 2022 – 31 december 2023 [PDF]. Geraadpleegd op 1 juli 2023.
Kunstenbond & Nederlandse Associatie voor de Podiumkunsten. (2023, 17 juli). Principe akkoord Cao Toneel en Dans 2024 [PDF]. Geraadpleegd op 1 september 2023.
Nieuwburg, M. (2023, 25 januari). ‘cao Toneel & Dans: rechten en plichten’ door matthijs nieuwburg [webinar]. NAPK Start. Geraadpleegd op 1 september 2023.
Rijksoverheid. (z.d.). Bedragen minimumloon 2023. Geraadpleegd op 2 oktober 2023.
Uffelen, X. & Frijters, S. (2023, 15 augustus). Bij cappuccino valt inflatie relatief mee, Drenthe het goedkoopst, Amsterdam en badplaatsen het duurst. Volkskrant. Geraadpleegd op 22 augustus 2023.
Wennink, R. (2020, 11 december). Hoe kan een zzp-tarief worden berekend op basis van een cao-salaris? Platform ACCT. Geraadpleegd op 1 juli 2023.
ZZP Service Desk. (2023, 18 augustus). Niet-declarabele uren zijn ook werkuren. Geraadpleegd op 22 augustus 2023.
Met input en feedback van Peter van den Bunder van de Kunstenbond.
Opinie
Dansers.nu staat voor onafhankelijke journalistiek in de danssector. Wij willen openbaar debat stimuleren. Dat doen we onder andere met deze nieuwe opinie pagina. Iedereen die iets te zeggen heeft kan een stuk insturen. Heb je een idee voor een artikel? Neem dan contact met ons op! Wij helpen je bij het schrijven.