In de spotlight: Vlaamse balletdanser Wim Vanlessen
INTERVIEW | Als er iemand de titel van Vlaamse trots uit de danswereld draagt, dan is dat wel Wim Vanlessen (47 jaar). Hij nam drie jaar geleden afscheid van zijn professionele danscarrière, maar blikt samen met ons nog even terug naar zijn hoogdagen als principal dancer bij het Koninklijk Ballet van Vlaanderen. Verder vertelt hij over zijn recentere projecten, zoals jureren bij Dancing with the Stars en zijn debuut als auteur. In oktober kwam zijn tweede boek uit: Een heel bijzondere jongen.
Hoe ben jij doorgebroken?
Je zou kunnen zeggen dat dat was toen ik danste als principal dancer bij het Koninklijk Ballet van Vlaanderen in Antwerpen (nu Opera Ballet Vlaanderen, red). Daar bleef ik na mijn dansopleiding aan de Koninklijke Balletschool in Antwerpen nog 25 jaar plakken.
Maar mijn echte doorbraak naar het grote publiek zou ik situeren bij de komst van Kathryn Bennetts. Toen zij artistiek directeur werd, dansten we choreografieën die wereldwijd gevraagd en begeerd werden. We traden niet alleen meer op in Antwerpen, maar ook in Parijs, New York City en zelfs het Bolshoi Theater. Die wereldwijde visibiliteit had een grote impact op mijn carrière als balletdanser en betekende mijn doorbraak.
Die doorbraak bleef ook niet onopgemerkt bij het koningshuis van België. Ik heb enkele keren voor hen mogen dansen, dankzij mijn goede band met Koningin Mathilde. Zij is meter (beschermvrouwe, red) van de Koninklijke Balletschool en ook onze kroonprinses Elisabeth is een grote balletliefhebber. Nadat zij zich moest excuseren voor mijn afscheidsshow, De Bolero, ontving ze mij privé op het paleis. Het mogen voelen van hun begeestering voor dans en het artistieke is een erg fijne ervaring.
Wat betekent succes voor jou?
Ervaringen zoals die met het koningshuis zijn erg waardevol en leuk, maar verre van de barometer van succes voor mij. Dat ik als danser het juiste repertoire kon dansen in een compagnie die mij artistiek voedde en dat ik kon schitteren op het podium door mijn ding te doen, daaraan meet ik mijn succes.
Het is een cadeau om als danser choreografieën te mogen dansen als Artifact en In The Middle Somewhat Elevated van William Forsythe. Daarmee reisden we de wereld rond. Zulke shows opvoeren en delen met een publiek is de beste vorm van succes.
Waar ben je het meest trots op?
Ik kan hier wat momentopnames opsommen waar ik trots op ben, bijvoorbeeld de rol van Onegin en het duet Love Fear Loss. Maar eigenlijk ben ik simpelweg trots dat ik gedaan heb wat ik gedaan heb. Dat ik het hele traject belopen heb en er alles uitgehaald heb. Natuurlijk heb ik ook wel wauw-momenten beleefd, wanneer we een hele zaal konden ontroeren bijvoorbeeld. Of de Bolero, mijn afscheidsshow, omdat ik daar feest heb mogen vieren samen met het publiek. Zulke momenten maakten veel impact.
Met welke projecten ben je nu bezig?
Momenteel werk ik aan een project dat me nauw aan het hart ligt, maar waar ik nog niet te veel over wil vertellen. Zelf dansen ga ik niet doen. Ik ga het project wel produceren. Het is iets waar ik heel erg naar uitkijk, want ik heb er lang op gewacht. Ik stampte het bovendien ook zelf uit de grond, dus dat vergt heel wat voorbereiding, maar als ik iets doe dan ga ik er 100% voor.
Nog een super leuk recent project was jureren in Dancing with the Stars. Ten eerste omdat ik het beroep van balletdanser mocht vertegenwoordigen. Ik kon tonen dat wij, balletdansers, ook effectief iets te vertellen hebben. Zelfs over streetdance, de rumba en hiphop. Ook de inzet van de kandidaten vond ik aanstekelijk en wauw.
Ondertussen schreef ik ook twee boeken. Een daarvan is Dancer uit 2019, een koffietafelboek over mijn leven als danser. De hoofdstukken weerspiegelen onderwerpen die een impact hebben gehad op mijn artistieke carrière. Het idee kwam eigenlijk vanuit het besef dat het werk van een danser bestaat uit momentopnames. Een voorstelling of een choreografie heeft altijd een einde en je kan die momenten niet herbeleven. Daarom wilde ik iets creëren dat ik kon vastpakken en waar ook mijn ziel in ligt. Bovendien staan er ook teksten in van onder andere ontwerper Raf Simons en Wendy Whelan, artistiek directeur van het New York City Ballet.
Vorige maand bracht ik ook een kinderboek uit: Een heel bijzondere jongen. Het is semi-autobiografisch en gaat over een jongetje dat gaat dansen. Het doorbreekt enkele taboes dankzij onderliggende boodschappen. Zo is de danszaal niet enkel gevuld met witte meisjes, maar illustreerden we een heel diverse groep met aandacht voor inclusiviteit. Ik hoop dat het boekje bijdraagt aan de normalisering van jongens in de balletzaal.
Heb je een favoriet dansgezelschap?
Gezelschappen zoals New York City Ballet, de Paris Opera en Het Nationaal Ballet blijven me fascineren. Ze houden het traditionele in stand, maar zoeken ook naar vernieuwing. De diversiteit van de dansers is erg aanwezig in die huizen en dat vind ik inspirerend. Ik kijk op naar dansgezelschappen die het klassieke repertoire kunnen brengen, wat super moeilijk is, maar ook openstaan voor vernieuwing.
Wie zijn jouw rolmodellen?
Ik haal erg veel inspiratie uit choreografen die voor vernieuwing in klassiek ballet zorgen. Justin Peck bijvoorbeeld, de Tony award winnende choreograaf bij het New York City Ballet. Hij choreografeerde onder andere de remake van West Side Story en Broadway’s Carousel en legt een vloeiende, dancy laag op zijn choreografieën. In een hoop van honderd choreografieën haal je de zijne er meteen uit. Zijn ballet straalt plezier uit. Die vernieuwingen zijn een streling voor het oog.
Daarnaast vind ik ook de Britse choreograaf David Dawson erg inspirerend. Hij werkt graag met perfect geschoolde balletdansers en gaat met hen een stap verder in de bewegingen. Het resulteert in een uitvergroting van de klassieke techniek en dat zorgt voor een immense fysieke schoonheid. Hij is één van de huidige choreografen die het aandurft om klassiek ballet aan te raken, zonder de pure vakkennis te verwaarlozen.
Dan is er ook nog mijn ex-collega Juliano Nunes. Hij heeft een interessante manier van werken. Ik herinner me dat hij begon met met zijn eigen manier van dansen te filmen. Hij zocht zijn mogelijkheden binnen de choreografie op, startend vanuit zijn eigen lichaam. Het is indrukwekkend om te zien dat hij die techniek ook toepast op zijn dansers, want zo haalt hij telkens het allerbeste uit hen. Zijn dans ontstaat vanuit een natuurlijk proces en het inspireert me hoe hij dat kan implementeren in zijn choreografieën.
Als laatste inspireert ook Christopher Wheeldon mij. Wat hem voor mij speciaal maakt is zijn diversiteit. Hij wordt gevierd voor zijn klassieke choreografieën bij The Royal Ballet, maar ontving daarnaast ook Tony awards voor zijn werk op Broadway. Hij choreografeerde bijvoorbeeld de musical Michael Jackson, en zet daarmee de veelzijdigheid van dansers in de kijker.
Hoe blijf jij jezelf vernieuwen?
Zelfdiscipline. En geen enkele uitdaging uit de weg gaan. In het begin is er veel om naar uit te kijken: een rol, een stuk, een choreo. Maar het is ook heel normaal om plots een plafond te bereiken. Dan is het een kwestie van jezelf te blijven uitdagen om de beste versie van jezelf te worden. Ik ging elke dag op zoek naar iets dat beter kon. Ik kan met overtuiging zeggen dat dát het succes van mijn carrière is geweest. Iets half doen stond niet in mijn woordenboek. Dan blijf ik er liever van af.
Hoe zag jouw training eruit als principal?
De voormiddag was gevuld met balletles en repetitie. Na de lunch gingen we weer de studio in. Als principal kon je me daar vaak in mijn eentje vinden, maar ik bracht ook uren door met mijn danspartner Aki Saito. We motiveerden elkaar heel erg. Als ik zag hoe goed zij werkte, zette ik nog een tandje bij en vice versa. Haar talent was aanstekelijk en inspireerde mij om zelf elke dag beter te worden.
Na de verplichte balletlessen en repetities ging de danser in mij nog niet slapen. Om fysiek gezond te blijven ging ik na mijn uren vaak langs bij de fysiotherapeut. Alles draaide om mijn lichaam en mijn conditie mocht geen enkele dag van zich laten afweten. Dus ik moest hier en daar wel eens iets versterken, ontzuren of stabiliseren.
Mijn meest intensieve dansdagen liggen ondertussen achter mij. Nu dans ik om mijn conditie en beweeglijkheid te behouden, zonder prestatiedruk. Want mocht er morgen een leuk project op mij afkomen dan wil ik nog altijd dezelfde Wim zijn die iets te bieden en te zeggen heeft.
Wat deed je om mentaal gezond te blijven?
Met vrienden iets gaan eten. Ik werkte enorm graag, maar wanneer ik thuis kwam vond ik het toch erg ontspannend om met andersgestemden samen te zitten, te kletsen, te eten. Het beroep danser is best egocentrisch. Elke dag ben je bezig met jouw lichaam, jouw techniek, jouw dansstuk. Daarom was ik na de uren heel geïnteresseerd in andere mensen. Om te relativeren en te beseffen dat er nog andere dingen zijn in het leven.
Wat zou je willen veranderen aan de huidige danscultuur in Vlaanderen?
Vlaanderen mag veel meer aandacht geven aan het beroep danser. Maar om dat te bereiken moeten we starten vanuit de kern, de danswereld zelf. Wij moeten ons beroep eren, zodat de buitenwereld ons kan opmerken.
Daarom vond ik jureren bij Dancing with the Stars zo leuk. Ik mocht het beroep van balletdanser vertegenwoordigen bij een veel breder publiek en tonen dat wij ook iets te vertellen hebben. Ik heb daar verbaal iets kunnen neerzetten en hopelijk kon ik daarmee iets betekenen voor die hoognodige erkenning van het beroep danser in Vlaanderen.
Maar de danswereld heeft nog een lange weg af te leggen hier. Het is key volgens mij dat diversiteit geëerd en gerespecteerd moet worden. Elke vorm van dans heeft recht op een platform, want voor elke stijl is er absoluut een publiek. Als we streven naar het respecteren van die diversiteit, komen we al een stapje dichterbij ons doel.
Heb je advies voor onze lezers?
Bij Dancing with the Stars was mijn advies vaak dat het niet altijd over de dansroutine zelf gaat. Het gaat erom de jury te laten voelen dat jij er als niet-professionele danser 200% voor gegaan bent en dat je de beste versie van jezelf op dat podium hebt gezet. Bij professionele dansers krijgt mijn advies natuurlijk een heel ander perspectief. Dan heb je een verantwoordelijkheid en hoor je respect te tonen aan de choreografie en aan ons beroep. Dan gaat het niet meer over hopen op het beste, maar over het beste te garanderen.
Aan jonge dansers in spe zeg ik: go for it. Als het kriebelt, ga ervoor, want ik vind dansen het mooiste beroep dat er is. De uitdaging is groot, het gevloek is aanwezig, maar uiteindelijk is het zo’n verrijkend beroep. Plots is de wereld toegankelijk. Dankzij mijn carrière heb ik de wereld gezien: de echte én de artistieke. En krijg ik respect van mensen voor wat ik gedaan heb. Dus werk hard en vind het plezier in hard werken!
Dit artikel wordt je gratis aangeboden door Dansers.nu. Vind je ons online magazine ook tof? Steun ons dan door lid te worden!
IN DE SPOTLIGHT
Wie is wie in de danswereld? Welke dansers hebben het gemaakt? En hoe hebben ze dat voor elkaar gekregen? In de spotlight rubriek interviewen we succesvolle dansers en makers uit Nederland en Vlaanderen over hun carrière. Hoe verdienen zij hun centjes? Hoe blijven ze fit? Wat betekent succes voor hen? En welke tips hebben zij voor jou? Je leest het op Dansers.nu!